Als (ex)partner heeft u mogelijk recht op partneralimentatie of kinderalimentatie. Of u recht heeft op alimentatie en welk bedrag u dan maandelijks van uw (ex)-partner behoort te krijgen is afhankelijk van een aantal factoren. Hieronder zetten we voor u uiteen in welke gevallen er recht bestaat op alimentatie en welke factoren relevant zijn voor de hoogte van alimentatie.
Wanneer ben je alimentatieplichtig?
Volgens de wet vloeit een verplichting tot het betalen van partneralimentatie voort uit een huwelijk of geregistreerd partnerschap. In geval van kinderalimentatie vloeit die verplichting voort uit bloed- of aanverwantschap of uit gezag.
Wie heeft voorrang bij alimentatie?
Indien u verplicht bent alimentatie te betalen aan twee of meer personen en u heeft onvoldoende inkomen om alimentatie aan hen allen te betalen dan hebben uw kinderen en stiefkinderen (jonger dan 21 jaar) voorrang boven alle andere alimentatiegerechtigden. Dit betekent dat kinderalimentatie voorrang heeft boven partneralimentatie.
Wanneer bestaat behoefte aan alimentatie?
In geval van partneralimentatie is er sprake van behoefte aan alimentatie indien de alimentatiegerechtigde zelf niet in het eigen levensonderhoud kan voorzien. Hiervan kan sprake zijn indien de alimentatiegerechtigde de nodige financiële middelen mist en die ook in redelijkheid niet kan verwerven.
De alimentatieverplichting van (stief)ouders jegens hun minderjarige en jongmeerderjarige (stief)kinderen bestaat onafhankelijk van de vraag of sprake is van behoeftigheid.
Bij de berekening van de hoogte van kinderalimentatie staan de begrippen 'behoefte' en 'draagkracht' centraal. Bij de bepaling van de behoefte van het kind wordt gekeken welk bedrag het kind maandelijks nodig heeft. Bij de bepaling van de draagkracht van de alimentatieplichtige (degene die alimentatie betaalt) wordt gekeken hoeveel hij/zij maandelijks kan betalen.
| Stap 1 - de behoeft van het kind vaststellen
Voor het vaststellen van de behoefte van het kind wordt meestal gebruik gemaakt van het rapport 'Kosten van kinderen ten behoeve van vaststelling kinderalimentatie'. In dit rapport is ook een
behoeftetabel opgenomen. Deze tabel geeft - afhankelijk van de leeftijd van het kind en het gezinsinkomen - aan wat de behoefte is van het kind. Hier treft u de
behoeftetabel 2019.
Voorbeeld kinderalimentatie berekening
Hieronder zullen we aan de hand van een voorbeeld een berekening maken.
Henk en Margot waren in 2017 met elkaar gehuwd en hebben samen een zoontje (Max) van 4 jaar oud. Henk en Margo zijn in 2019 gescheiden en Margot wenst kinderalimentatie te ontvangen. Om dat te berekenen dient eerst dus de behoefte van Max te worden bepaald. Bij de berekening van de behoefte van Max gaan we uit van de volgende gegevens:
-Besteedbaar inkomen Henk ten tijde van het huwelijk: € 1.800,- per maand
-Besteedbaar inkomen Margo ten tijde van het huwelijk: € 1.150,- per maand
-Kindgebonden budget: € 50,- per maand
Totaal besteedbaar gezinsinkomen is dus € 3.000,- per maand. Op basis van dit bedrag en de leeftijd van Max bedraagt de behoefte (kosten van verzorging en opvoeding) van Max € 380,- per maand.
| Stap 2 - de draagkracht van de ouders vaststellen
De ouders dienen naar rato van hun draagkracht bij te dragen in de kosten van verzorging en
opvoeding van Max. Indien Max bij Margot woont dan betekent het dat Henk (als niet-verzorgende ouder) maandelijks kinderalimentatie aan Margot moet betalen. Hoeveel Henk moet
betalen is afhankelijk van zijn besteedbaar inkomen. Op zijn besteedbaar inkomen worden vervolgens een aantal kosten (bijstandsnorm en woonlasten) in mindering gebracht. Dit zijn kosten die
iedere ouder nodig heeft om zelf rond te komen.
De bijstandsnorm voor een alleenstaande bedraagt volgens de richtlijn van alimentatie Expertgroep € 950,- per maand. De woonlast wordt in geval van kinderalimentatie forfaitair berekend (30% van het besteedbaar inkomen). In geval van Henk betekent dit dus een woonlast van € 540,- per maand en totale lasten van € 1.490,- (950 + 540) per maand.
Het bedrag van € 1.490,- wordt tot slot in mindering gebracht op het besteedbaar inkomen van Henk. Voor Henk resteert maandelijks een bedrag van € 310,- (1.800 - 1.490). Volgens alimentatie richtlijnen dient 70% van dit bedrag beschikbaar te worden gesteld voor kinderalimentatie. Dit betekent dat de draagkracht van Henk € 217,- bedraagt. Dit bedrag dient Henk maandelijks aan Margot te betalen.
De draagkracht van Margot is stukken eenvoudiger vast te stellen. Aangezien haar besteedbaar inkomen lager is dan € 1.375,- per maand, bedraagt haar draagkracht volgens draagkrachttabel € 25,- per maand. De draagkrachttabel 2019 kunt u hier raadplegen.
| Stap 3 - de zorgkorting berekenen
Indien Henk gemiddeld 1 dag per week omgang zou hebben met Max dan zou aan Henk een zorgkorting toekomen van 15% oftewel € 57,- (380 x 0.15) per maand. Concreet zou dit betekenen dat Henk dan geen € 217,- maar € 160,- (217 - 57) aan Margot zou moeten betalen.
Echter, de draagkracht van de Henk en Margot is slechts € 242,- (217 + 25) per maand. Bij stap 1 hebben we berekend dat de behoefte van Max € 380,- per maand is. De ouders hebben gezien hun inkomen en lasten (twee huishoudens kosten nou eenmaal meer dan één huishouden) onvoldoende draagkracht om volledig te voorzien in de behoefte van Max. Dit gaat ook ten koste van de zorgkorting die aan Henk normaliter toekomt.
Henk dient dus maandelijks met een bedrag van € 217,- bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van Max.
Let op! Dit betreft een zeer summiere en vereenvoudigde weergave van een kinderalimentatie berekening. Aan deze uitleg kunnen geen rechten worden ontleend. Wilt u weten hoeveel alimentatie u maandelijks moet betalen of hoeveel alimentatie u maandelijks hoort te ontvangen? Tijdens het gratis kennismakingsgesprek kunnen wij u een indicatie geven.
Meer informatie? Maak een afspraak voor een gratis kennismakingsgesprek met mr. Sangar of mr. Honders.
Bel naar 0107370292 of maak gebruik van het contactformulier.